Intussen werd er in Nederland door Philips geexperimenteerd met uitzendingen naar de oost met een zender in Eindhoven. Op 11 maart 1927 werden de eerste signalen daar opgevangen. Op 1 juni van dat jaar sprak de koningin via deze zender tot het volk in Nederlands Indië. |
Na deze positieve resultaten vatte men het plan op om een zender op te richten die regelmatige uitzendingen zou kunnen verzorgen. Grootste belanghebbende hierbij was natuurlijk Philips, die als leverancier van zenders en radiotoestellen in Nederlands Indië een markt zag. Verdere deelnemers waren o.a. de Nederlandse Handelmaatschappij, de Rubber Cultuurmaatschappij en andere bedrijven met belangen in Nederlands Indië. Op 18 juni 1927 werd de PHOHI opgericht. PHOHI staat voor Philips Omroep Holland Indië. Vanaf 1928 werden er proefuitzendingen gedaan met een zender te Huizen, in het Gooi. Men had juist deze plaats gekozen omdat er voor het zenden over lange afstanden niet alleen een goede antenne nodig is maar ook een goede “aarde”. En de aarde bleek in het Gooi zeer geschikt voor dit doel. |
|
In Nederland waren er in deze tijd verschillende omroepverenigingen onstaan, het begin van de “verzuiling”. De regering had zich het hoofd gebroken hoe de beschikbare zendtijd moest worden verdeeld over deze verenigingen. Toen er tenslotte een verdeling was gemaakt vond men dat deze ook voor de uitzendingen naar Nederlands Indië moest gelden. De belanghebbenden in de PHOHI waren het hier niet mee eens. De Nederlandse bevolkingsgroep in Nederlands Indië had grote behoefte aan eenheid. De vrees voor nationalistische gevoelens van de plaatselijke bevolking zal daar niet vreemd aan geweest zijn. Bovendien was de bevolking in Nederlands Indië heel anders samengesteld dan die in het moederland. |
|
|
In Nederlands Indië wilde men ook zelf een omroeporganisatie oprichten. Ook hier wilde men beslist geen verzuiling en geen politieke of religieuze propaganda op de radio. De overheid wilde, net als trouwens met de pers in het algemeen het geval was, een dikke vinger in de pap houden. Toch kwam er in de voorwaarden voor de op te richten omroepmaatschappij geen verbod op deze propaganda voor. Men had hiervoor een andere oplossing bedacht: de zender moest datgene uitzenden wat het volk wenste, en WAT het volk wenste, dat bepaalde de Directeur van Waterstaat.
Zo werd dan in 1928 in Amsterdam de “NIROM” opgericht. NIROM staat natuurlijk voor “Nederlands Indische Radio Omroep”. Met uitzenden werd pas in september 1934 begonnen, omdat de voorwaarde was gesteld dat de uitzendingen binnen één jaar na het begin op heel Java en binnen drie jaar in de gehele archipel te ontvangen zouden zijn. Dit vereiste een gedegen voorbereiding en de opbouw van een netwerk van zenders.
Om naar de uitzendingen te kunnen luisteren had men een vergunning nodig, die werd gekoppeld aan een abonnement op de Nirom. Indië kwam dus eerder met een luisterbijdrage dan het moederland. Daar werd deze pas door de Duitse bezetter ingevoerd en voor de oorlog betaalde men alleen een vrijwillige bijdrage aan een omroepvereniging, of men luisterde gratis, dat werden de “klaplopers” genoemd. De “uitzendstof”, zoals men dat officieel noemde was anders dan die in Nederland. Door de samenstelling van de bevolking, de vaak korte aanwezigheid in de kolonie, het klimaat en de werkdruk was er meer vraag naar vluchtig amusement dan naar cultuur. |
De uitzendingen van de Nirom waren aanvankelijk alleen gericht op de Nederlandse bevolkingsgroep. Dit was de enige groep met voldoende kapitaalkrachtige leden die de omroepbijdrage en de aankoop van een radio konden betalen. Geleidelijk onstond er toch behoefte aan uitzendingen in lokale taal, meer gericht op de lokale bevolking. De eerste “oosterse” uitzendingen werden weer door amateurs verzorgd. Het was de, in 1932 opgerichte, “Solosche Radio Vereniging”, die, met een zender van de Javaanse Kunstkring, voornamelijk gamalan en wajang muziek uitzond. Vanaf 1935 ging de Nirom steeds meer oosterse uitzendingen verzorgen en in 1939 waren er zelfs meer uren “oosterse” dan “westerse” uitzending. Zo was de situatie bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog: uitzendingen van de amateurs, de PHOHI en de Nirom.
De PHOHI beschikte ten tijde van de Duitse inval in Huizen over drie zenders. Op 14 mei, in de namiddag, gaf de militaire commandant opdracht om het zenderpark op te blazen. Deze operatie verliep moeizaam, misschien te verklaren uit het gegeven dat men op de fiets was gearriveerd en zodoende niet al te veel springstof had kunnen meenemen. Na enkele pogingen (ook de Hilversumse brandweer moest zich er mee bemoeien) slaagde men er echter in twee van de drie zenders geheel te verwoesten. De derde zender werd minder ernstig beschadigd, deze werd later in opdracht van de Duitsers gerepareerd. |